De kwaliteit van het werk van accountants is nog altijd niet goed genoeg en het aanpakken van de gebreken binnen de sector moet onmiddellijk beginnen.
Die oproep doet de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) bij de presentatie vandaag van haar eindrapport. In dit rapport komt de commissie met 22 aanbevelingen die moeten bijdragen aan het oplossen van problemen in de accountancysector.
In haar interim-rapport van begin oktober vorig jaar was de CTA weliswaar kritisch op accountants, maar wees zij fundamentele ingrepen af. In het eindrapport slaat de commissie hier en daar een wat progressievere toon aan.
Structuur op de schop
Zo moet de structuur van accountantsorganisaties volgens de commissie op de schop. De governance en het beloningsmodel van die organisaties dragen nog niet voldoende bij aan ‘een wenselijke uitkomst’, aldus de commissie onder voorzitterschap van hoogleraar Annetje Ottow. Alle onderzochte kantoren kennen een zogeheten partnermodel, waarbij de partners zelf de belangrijke beslissingen nemen en hun eigen werk controleren.
Die taak moet bij de raad van commissarissen (rvc) komen te liggen. Die commissarissen moeten dan controleren of de accountant zijn publieke taak goed heeft uitgeoefend. Via het invoeren van het structuurregime zou deze aanbeveling in de praktijk gestalte moeten krijgen. Commissarissen krijgen dan meer bevoegdheden, waaronder het recht om bestuurders te benoemen en bepaalde goedkeuringsrechten voor ingrijpende bestuursbesluiten.
De Nederlandse beursgenoteerde bedrijven worden bijna allemaal gecontroleerd door één van de Big Four (Deloitte, EY, KPMG en PwC ). Die accountantsorganisaties hebben al enkele jaren een aangepast governancemodel. De commissie concludeert dan ook dat het instellen van een rvc alleen niet volstaat. De invloed van deze toezichthouders moet verder reiken dan nu het geval is. De commissie oppert daarom dat ook de winstuitkering, investeringen of het beloningsbeleid van de partners door commissarissen moeten worden goedgekeurd.
Internationaal
Volgens de commissie is het feit dat kantoren onderdeel uitmaken van een internationaal netwerk geen beletsel voor wettelijke ingrepen.
Voor een verdergaande interventie als het opbreken van de dienstverlening in een advies- en controletak (audit-only) kan dat volgens de commissie anders liggen. De huidige netwerkstructuur is dan volgens Ottow mogelijk niet houdbaar.
De commissie komt niet met een oplossingsrichting voor deze hete aardappel binnen de accountantsdiscussie. VEB had de CTA in een eerder stadium gevraagd om een toekomstperspectief te schetsen voor de scheiding van controle- en advieswerkzaamheden door accountantsorganisaties. De groeiende onbalans tussen winstgevendheid en risicoprofiel van beide activiteiten van accountantsorganisaties maakt een keuze op dit punt steeds urgenter.
De CTA gaat op dit vlak minder verder dan de Monitoring Commissie Accountancy (MCA). Die commissie, die in opdracht van beroepsorganisatie NBA werkte, kwam twee weken geleden met dertig aanbevelingen. De MCA toonde zich voorstander van een systeem van ‘ringfencing’, in plaats van profit pooling. Op die wijze zou de controletak de ‘eigen broek moeten ophouden’. Alhoewel de MCA aangaf geen volledig uitgewerkte oplossing aan te reiken, was de kern dat een financiële splitsing tussen de controle- en adviestak moet worden aangebracht.
Hele keten van belang
De CTA wijst er op dat een juiste financiële verantwoording door ondernemingen niet alleen de verantwoordelijkheid is van die entiteiten, maar van een keten aan actoren.
Behalve de accountant zijn dit bijvoorbeeld de raad van commissarissen, de auditcommissie, de interne auditfunctie en aandeelhouders. Daarbij zijn ondernemingen primair verantwoordelijk voor de opzet en werking van de risicobeheersings- en controlesystemen. In haar tussenrapportage concludeerde de commissie al dat ondernemingen meer inzichtelijk moeten maken op welke wijze de aansturing van de externe accountant door de rvc heeft plaatsgevonden.
Dat zou kunnen door middel van een betekenisvollere toelichting in het verslag van de auditcommissie. Eerder had de commissie het idee gelanceerd om dit verslag, dat onderdeel uitmaakt van het jaarverslag – ter adviserende stem voor te leggen aan de aandeelhoudersvergadering. Maar dit voorstel is nu niet meer terug te vinden in de nieuwe lijst met aanbevelingen.
Accountant ook betrekken bij controle niet-financiële informatie
De CTA maakt wel meer ruimte voor de verantwoordelijkheid van de accountant voor de controle van niet-financiële informatie.
Aanvankelijk adviseerde de CTA het beoordelen van niet-financiële informatie helemaal buiten de reikwijdte van de accountantscontrole te laten. Niet-financiële informatie ziet bijvoorbeeld op duurzaamheidsfactoren die van invloed zijn op het businessmodel en verdiencapaciteit van de onderneming, zoals het klimaatrisico.
Maar nu ziet de commissie toch wel een rol voor de accountant om deze niet-financiële informatie te valideren. Daarbij geeft de CTA ook mee dat accountants transparant moeten zijn over de mate van zekerheid die gebruikers van de jaarrekening kunnen ontlenen aan een audit van de niet-financiële informatie.
De VEB onderschrijft deze keuze van de CTA. Er is een duidelijke en fundamentele trend, zowel in de financiële markten als in de samenleving, dat niet-financiële informatie belangrijk is en veel wordt gebruikt bij het analyseren en beoordelen van een onderneming. De VEB verwacht dat deze trend sterker zal worden en dat het belang van de controle van niet-financiële informatie uiteindelijk doorslaggevend zal zijn bij het kwaliteitsoordeel over de totale accountantscontrole.
Kwartiermaker
Een andere aanbeveling van de CTA is het benoemen van een zogeheten ‘kwartiermaker’ door de minister van Financiën. Die persoon moet de komende twee jaren met alle betrokken partijen in contact staan en gaan waken over de invoering van de voorgestelde maatregelen.
Twee weken geleden adviseerde een andere commissie, de Monitoring Commissie Accountancy (MCA), het instellen van een nieuwe commissie door de minister van Financiën. Zo’n monitoringcommissie zou volgens de MCA zorgen voor ‘druk op de sector’. De MCA meende dat die druk noodzakelijk is, ‘omdat de sector in het verleden te vaak heeft laten zien niet vanuit zichzelf, maar pas na druk van buitenaf te komen tot maatregelen en veranderingen’.
Minister van Financiën Wopke Hoekstra heeft aangekondigd eind maart met een kabinetsreactie te komen op de diverse voorstellen die inmiddels zijn gedaan om de kwaliteit van accountantscontroles en de governance van accountantsorganisaties te verbeteren. Daarbij wacht Hoekstra de schone taak om de vele aanbevelingen te vertalen in een effectief actieplan voor de sector.